Marius Roeting schrijft over het nieuwe album voor New Folk Sounds
Song & dance man
(MIG02492)
Eric Devries is de laatste periode vooral bekend als medezanger in Matthews Southern Comfort. Over de vocale kwaliteiten dus geen discussie. Dat Devries eveneens een meer dan gemiddelde gitaarsnaren bespeler is – en op het album ook harmonica en dulcimer – komt minder voor het voetlicht. Bij deze aldus vastgelegd! En Devries doet ook nog iets met teksten en melodieën, namelijk ze zelf neerpennen en uitvoeren.
De teksten van zijn liedjes zijn niet clichématig, maar hebben veel om het lijf: menselijk ongemak, onvermogen, onbereikbaarheid, verlangens, verlies, verdraagzaamheid… Ze gaan dus wel degelijk om essentiële zaken, al zit er hier en daar ook gewoon een mooi liedje over de liefde tussen (of het gebrek daaraan). Devries is dus het prototype van een begenadigd singer-songwriter en dat komt tot uiting op zijn nieuwste, vierde album onder eigen naam.
Laat Song & dance man dan tevens (bijna) volledig akoestisch zijn en je hebt een album waar niet veel mis aan is. Dit product werd mede mogelijk gemaakt door de bijdragen van ‘zijn band’: Janos Koolen, Lucas Beukers (contrabas), Joost van Es (viool) en harmoniezangeres Sophie Janna. Producer en multi-instrumentalist Janos Koolen heeft de inkleuring bewust minimalistisch gehouden, live geregistreerd met nauwelijks een overdub, daarmee een maximum effect bereikend. Het klinkt (soms) authentiek Amerikaans – en dat voor een polderman – tegen bluegrass aan, maar dan met een stevige swing en dynamiek. Je zou het bijna bluebluesfolkicana gaan noemen.
Er zijn geen zwakke plekken te ontdekken op Song & dance man, de liedjes zijn zeer toegankelijk zonder compromissen te doen aan commercialiteit. Opener Little white lies is een stevige en pakkende binnenkomer. Absoluut hoogtepunt is de titelsong: een heerlijke, Gram Parsons achtige ballad, met de juiste snik in de stem vertolkt en een effectieve accordeonsolo van Koolen als toetje, naast zijn voortreffelijk gepingel op de mandoline.
In Time is all accentueren gedubde vioolpartijen het pittige karakter van de song. Zelfs een soulachtige loveballad als All i know how to do krijgt waardering. En zet dat naast het daaropvolgende bluegrass gerelateerde fraaie Another round en je begrijpt dat er veel, maar consistente afwisseling te vinden is.
Kortom: een groots album. De hamvraag: waarom is deze Eric Devries niet veel bekender en meer gewaardeerd? Laten we dat maar snel gaan veranderen. Het is Devries gegund.